dinsdag 31 januari 2012

Me against the music

refdag.nl
 
Stel je werkt in een drukke kledingwinkel in Amsterdam. Op een zondag is iedereen hartstikke brak, dus wordt de iPod van één van de hipste medewerkers aangezet. De lekkerste R&B-nummertjes schallen de rest van de dag uit de speakers. Eén verkoopster voelt zich hier niet lekker bij. Want mag er in een winkel zomaar persoonlijke muziek gedraaid worden?

Het buiten de huiselijke kring laten horen van muziek mag volgens haar alleen met toestemming van de auteurs. Dit betreft immers een openbaarmaking in de zin van de Auteurswet. Ook zou er betaald moeten worden aan de uitvoerende kunstenaars en de platenmaatschappijen. Een zanger is bijvoorbeeld een uitvoerende kunstenaar.

In Nederland regelt Buma/Stemra de toestemmingen. Als winkelier hoef je dus niet bij elke auteur afzonderlijk toestemming te vragen wanneer je een iPod op shuffle hebt staan. Wel zo makkelijk. In ruil daarvoor moet er natuurlijk wel betaald worden.

De vergoedingen voor het gebruik van het werk van de uitvoerende kunstenaars en platenmaatschappijen worden geregeld door SENA. SENA stelt de hoogte van de te betalen vergoeding vast en zou die kunnen innen bij de winkel. Vervolgens moet deze uitgekeerd worden aan de uitvoerende kunstenaars en platenmaatschappijen.

De kledingwinkel bevindt zich dus op glad ijs nu zij stiekem muziek afspeelt vanaf de iPod van een medewerker. Eigenlijk zou er hiervoor betaald moeten worden aan Buma/Stemra en SENA. Maar ja, wat weet een simpele kledingverkoopster er nou van?

Geen opmerkingen: