woensdag 28 september 2011

Fair trade bonen, what else?


Afbeelding: we-ew.com
Laatst is er een filmpje opgedoken van Solidar, een organisatie die opkomt voor de belangen van ondermeer koffiebonen-boeren. Het filmpje is een parodie op de reclamecommercial van Nespresso. In het spotje wordt George Clooney opgeroepen de samenwerking met Nespresso te stoppen, zolang het bekende - en dure - koffiemerk geen fair trade bonen gebruikt. Ik vermoed dat Nespresso hier niet blij mee is en het filmpje van Solidar wilt verbieden. Hoe dat te doen?

 Hoewel je op het eerste gezicht de reclame-wetgeving erbij zou willen pakken, is dit niet op deze casus van toepassing. Reclame is iedere mededeling bij de uitoefening van een commerciële, industriële of ambachtelijke activiteit of van een vrij beroep ter bevordering van de afzet van goederen of diensten. Nu Solidar geen producten verkoopt, zichzelf niet aanprijst in het filmpje en niet het doel heeft winst te maken, maar louter de belangen van koffiebonen-boeren behartigt, is ons spotje niet aan te merken als reclame in wettelijke zin. En mocht de commercial al onder de definitie vallen, dan zouden we vastlopen op het begrip 'concurrent' dat in de wetten an sich voorkomt. Solidar en Nespresso zijn geen concurrenten. Overigens kan een organisatie als Solidar prima reclame maken, maar dat is hier niet het geval en/of niet in wettelijke zin.

Hoe dit nu op te lossen? Wat is er feite aan de hand? Het merk Nespresso wordt in een slecht daglicht gezet. Het merkenrecht is dus geen slechte keuze. Behalve octrooirechtelijk, zit Nespresso ook het merkenrecht betreft juridisch dicht getimmerd. Zo heeft Nespresso ondermeer het woordmerk 'Nespresso' in de Benelux en een internationaal beeldmerk van het logo laten registreren.

Volgende art. 2.20 lid 1 sub d BVIE kan een merkhouder ieder gebruik van zijn merk verbieden, indien het teken anders gebruikt wordt dan ter onderscheiding van goederen of diensten en door dat gebruik zonder geldige reden afbreuk wordt gedaan aan de reputatie van het merk.

Dat het teken wordt gebruikt is vrij simpel. Hoewel aan het gebruik van het beeldmerk valt te twijfelen (het logo is in het Solidar-spotje net anders vormgegeven), kan met zekerheid worden gesteld dat het woord(merk) 'Nespresso' op het bord staat.

Ook wordt afbreuk gedaan aan de reputatie van het merk Nespresso. Aantasting van het kooplustopwekkend vermogen kan volgens de rechter beschouwd worden als zodanig. Daarnaast was er een aantal jaar geleden een man die een klachtensite exploiteerde over Hogeschool InHolland met het logo InJeHolland. De klachtensite an sich werd al aangemerkt als afbrekend voor de reputatie.

Een geldige reden om van een merk gebruik te maken heb je als jeen zodanige noodzaak hebt juist dat teken te gebruiken, dat van jou in redelijkheid niet kan worden gevergd dat je je van dat gebruik onthoudt. Hoewel het gebruik van het teken van InHolland afbreuk deed aan de reputatie van de Hogeschool, had de man geen geldige reden voor dat gebruik. Het was voor de man niet noodzakelijk voor de klachtensite het logo van InHolland te gebruiken, aldus de rechter.

Greenpeace beriep zich op het recht op vrije meningsuiting toen de Staat had vroeg het gebruik van hun logo te staken. Greenpeace gebruikte het logo van de Staat om een eigen campagne aan te prijzen waar de Staat volgens haar te weinig aan deed. Een koekje van eigen deeg, zeg maar. De Staat voerde aan dat de vrijheid van meningsuiting kan worden ingeperkt door een merkrecht. Dat is juist, maar ook intellectuele eigendomsrechten hebben zo hun beperkingen. Een daarvan is de parodie. Op grond hiervan kon de Staat zich niet beroepen op haar merkrecht.

In de Nijntje-zaak van laatst kon ook Dick Bruna zich niet beroepen op zijn merkrecht. De illustrator van de parodieen op Nijntje had zich op de (in het merkenrecht niet wettelijk vastgelegde) parodie-exceptie beroepen en dit beroep was gehonoreerd. Echter, niet elke parodie kan het merkenrecht het zwijgen opleggen. Het moet gaan om niet concurrerend gebruik met een humoristische bedoeling. Daarnaast moet er voldoende afstand worden bewaard tot een merk en mag er geen verwarringsgevaar optreden.

Als we aan deze voorwaarden toetsen, lijkt het erop dat ook Nespresso geen beroep kan doen op haar merkrecht. Solidar concurreert niet met Nespresso en doordat duidelijk is dat het spotje niet van Nespresso afkomstig is, wordt een zekere afstand tot het merk bewaard en treedt er geen verwarringsgevaar op. Ook is er sprake van een humoristische bedoeling (wat niet vereist dat iedereen het grappig hoeft te vinden).

Heeft de parodie in Nederland wel erg veel terrein gewonnen? Kan zelfs een bekend merk als Nespresso zich niet tegen dit soort grappen verzetten? Het enige wat ik Nespresso dan ook kan adviseren om het spotje tegen te gaan, is fair trade bonen te gaan gebruiken.  

dinsdag 13 september 2011

Cathy is een mellowteef!

nieuws.mijndomein.nl

Deze week was een cokesnuivende nijntje weer eens het gesprek van de dag. Dit kwam door de uitspraak van het Hof van 13 september 2011. Een kleine twee jaar geleden startte 'Nijntje' een kort geding tegen Punt.nl, welke grove, agressieve, maar vooral humoristische parodieen van Nijntje maakte. Deze parodieen werden door de voorzieningenrechter onrechtmatig bevonden. Vandaag is echter besloten dat dit niet het geval is. De parodieen zijn toegestaan, omdat ze een humoristische bedoeling hebben en concurrentiemotieven en verwarringsgevaar ontbrak. Was de uitspraak nu twee dagen geleden gedaan, dan hadden we met 9/11 nog even kunnen lachen.

Nijntje blijkt een echte ruziemaker. Eerder al was er ruzie met Hello Kitty. Cathy, het konijn van Hello Kitty, zou te veel op Nijntje lijken. Op zich zelf zou dat misschien waar kunnen zijn (ik bedoel, twee witte konijntjes), maar niet vergeten moet worden dat Cathy al een voorganger had, namelijk Hello Kitty herself (de poes). Cathy lijkt duidelijk meer op Hello Kitty dan op Nijntje.

Verder zou je je af kunnen vragen hoe origineel Nijntje is en of je voor zoiets 'simpels' wel bescherming kan krijgen. Aan de andere kant: iets simpels lijkt vooral altijd heel simpel, maar dat was het niet. Waarom ben je er anders zelf niet mee gekomen? Een paperclip is ook simpel, maar moet dat niet octrooirechtelijk beschermd kunnen worden?

Uiteindelijk is dit geschil geschikt. Hierbij is ondermeer afgesproken dat Cathy niet meer zal verschijnen op producten die na 2009 geproduceerd zijn. Cathy is een mellowteef!


Nijntje

Hello Kitty

Cathy

maandag 12 september 2011

Lowcoste, what else?

brandnewfresh.com

Week 36 van dit jaar zal de geschiedenis in gaan als de week van het merkenrecht. De inbreuk-telefoon stond roodgloeiend.

Op NU.nl was te lezen dat het 'exclusieve' modelabel Lacoste eist dat de Noorse Breivik het merk niet meer draagt. Je weet wel, die van die polo's met het groene krokodilletje (al is een krokodil altijd groen). Je weet wel, die van die massamoord in Noorwegen. Lacoste vreest dat de reputatie van het merk wordt aangetast, en geef het modelabel eens ongelijk.

Lacoste zal zich beroepen op een soortgelijke bepaling als art. 2.20 BVIE, die geldt voor de Benelux. Lid 1 onder d bepaalt dat de merkhouder op grond van zijn uitsluitend recht iedere derde het gebruik van zijn merk kan verbieden, indien afbreuk wordt gedaan aan de reputatie van het merk. Dat iemand als Breivik zweert bij jouw polo's is een nachtmerrie voor elk merk.

Ook is er een filmpje opgedoken waarin een Nespresso-commercial wordt geparodieerd. Het filmpje is afkomstig van de Zwitserse actiegroep Solidar, waarmee ze George Clooney willen vragen zich niet langer aan Nespresso te verbinden zolang het bekende koffiemerk geen gebruik maakt van Fair Trade koffiebonen. In de commercial komt het logo van Nespresso duidelijk (dan niet continu) in beeld.

Kan Nespresso iets tegen Solidar beginnen? Wellicht ook een beroep op art. 2.20 lid 1 onder d BVIE? Je zou toch zeggen dat ook hier afbreuk wordt gedaan aan de reputatie. Of moet Nespresso niet zeuren over een parodie van een niet-concurrent? Het was in ieder geval nog erger geweest als Solidar Clooney door Breivik had laten spelen.

dinsdag 30 augustus 2011

I don't know what you heard about me, but I'm the motherfucking P.I.M.P.!

Afbeelding: parool.nl

Pieter Lakeman strijdt sinds 1976 met de Stichting Onderzoek Bedrijfs Informatie tegen onregelmatigheden in de bedrijfsvoering bij grote bedrijven en accoutnants. Marja Bontekoe is een voormalig werknemer van de stichting en heeft een boek geschreven waarin zij Lakeman een bedrieger noemt en stelt dat Lakeman van alle civiele zaken voor zijn clienten nog geen 10% heeft gewonnen. Begin 2010 is dit boek uitgegeven door uitgeverij Prometheus.

Na een kort geding dat door Lakeman tegen Bontekoe is aangespannen blijkt dat bovengenoemde uitingen van Bontkoe in haar boek niet juist zijn. De geloofwaardigheid, integriteit en repuatie, en daarmee de eer en goede naam van Lakeman zijn op onrechtmatige wijze aangetast. Hierop dagvaardt Lakeman Prometheus. Lakeman stelt dat Prometheus met de publicatie van het boek onrechtmatig heeft gehandeld en aansprakelijk is voor de geleden schade. Kan een uitgeverij aansprakelijk zijn voor de onrechtmatige inhoud van een door de uitgeverij uitgegeven boek?

Bij uitgeverijen van dagbladen of tijdschriften worden publicaties geschreven door journalisten of redacteuren die werkzaam zijn bij of verbonden zijn aan een redactie die onderdeel is van de uitgever. Onder die omstandigheden gelden de uitingen van die redacteuren en journalisten in dagbladen of tijdschriften dan ook als uitingen van de uitgeverij zelf. Onrechtmatigheid van die uitingen is daarom aan de uitgeverij toe te kennen. Hoewel Prometheus geen uitgeverij is van dagbladen of tijdschriften, heeft de rechtbank wel geoordeeld dat Prometheus onvoldoende kritische en zorgvuldig is geweest en daardoor onrechtmatig heeft gehandeld jegens Lakeman door het boek van Bontekoe te publiceren.

Zou Manou dan ook Van Gennep, uitgeverij van Maris Mosterd's Echte mannen eten geen kaas, aansprakelijk kunnen stellen uit onrechtmatige daad? Hiervoor moet wel vast staan dat de uitingen in het boek van Maria Mosterd onrechtmatig zijn. Nu het Openbaar Ministerie Manou's aangifte van laster en smaad tegen Maria Mosterd heeft afgewezen lijkt men van onrechtmatigheid niet te kunnen spreken. In Echte mannen eten geen kaas zijn gefingeerde namen gebruikt, waardoor 'Manou'  niet kan hard maken dat hij de Manou is die in het boek van allerlei dingen wordt beschuldigd.

Prometheus zal wel balen dat de naam van Lakeman in het boek van Bontekoe niet was vervalst. Al is geroddel een stuk minder interessant als het geanonimiseerd gebeurt.

dinsdag 23 augustus 2011

LinkeBoel


blogs.broughturner.com

















De uitspraak van de voorzieningenrechter Arnhem van 8 maart 2011 is een uitspraak waarvan er waarschijnlijk nog velen in zijn soort zullen volgen. Na het beeindigen van de arbeidsovereenkomst hebben ex-werkgever en ex-werknemer een vaststellingsovereenkomst gesloten. Hierin is een relatiebeding opgenomen. In dit relatiebeding stond dat de ex-werknemer niet zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de ex-werkgever als particulier, als zelfstandig ondernemer, als werknemer in dienst van derden of in welke hoedanigheid dan ook, direct of indirect, rechtstreeks of zijdelings contact te hebben of te onderhouden, één en ander in de ruimste zin des woords met een aantal in de vaststellingsovereenkomst genoemde relaties van de ex-werkgever. Bij overtreding van het beding zal de ex-werknemer aan de ex-werkgever een boete verschuldigd zijn.

Vervolgens is de ex-werknemer op LinkedIn 'vrienden'  geworden met een van de in de vaststellingsovereenkomst genoemde relaties. De ex-werkgever kreeg hier lucht van en heeft dan ook een beroep gedaan op het relatiebeding. Overtreed je een relatiebeding door op LinkedIn vrienden te worden met een in het beding genoemde relatie? De rechter oordeelde van yes. Wie wie uitnodigde doet daar niet aan af.

Zou het relatiebeding ook zijn geschonden als het geen LinkedIn maar Twitter was geweest? Deze twee vormen van sociale media verschillen in het feit dat er bij LinkedIn sprake is van een gelijkwaardige relatie, terwijl je op Twitter volgt of gevolgd wordt (of beide). Indien de genoemde relatie de ex-werknemer gaat volgen, kan de ex-werknemer hier niets aan doen. Bij LinkedIn daarentegen dient de ex-werknemer de uitnodiging van een relatie te accepteren alvorens zij enig contact kunnen hebben.

Maar ook als de ex-werknemer degene was die een genoemde relatie is gaan volgen, hoeft dat geen overtreding van het relatiebeding met zich mee te brengen. 'Volgen' is iets anders dan 'vrienden zijn'. Bovendien is LinkedIn zakelijk en Twitter niet (per se), waardoor LinkedIn natuurlijk gevoeliger ligt op concurrentie-gebied.

What about Facebook? Ongetwijfeld valt daar de lijn van de LinkedIn-uitspraak wel door te trekken. Hoewel Facebook niet zakelijk is, komt 'vrienden zijn' op Facebook wel van twee kanten, waardoor je een relatiebeding willens en wetens overtreedt door een vriendschapsverzoek te accepteren (of erger: zelf te doen).

Met het uitbreiden van de werking van relatiebedingen naar social media, lijkt het sociale recht juist steeds minder sociaal te worden. Bezint eer ge aan een relatiebeding begint!

maandag 8 augustus 2011

Verwijt-neutraliteit

ad.nl















De VVD verwijt de PvdA dat de prijzen van mobiel internet zijn gestegen, aldus de kop van dit artikel op NU.nl gisteren. PvdA zou immers het vastleggen van netwerkneutraliteit in de wet er door heen hebben gedrukt. Netwerkneutraliteit houdt kort gezegd in dat providers niet mogen kijken van welke diensten gebruikers gebruik maken. Dit zou namelijk zien op de inhoud van communicatie, wat verboden is. Nu het gebruik van internetdiensten als Skype en Whatsapp stijgt, wordt er minder gebeld en 'normaal' gesms't en dalen dus de telefoonrekeningen. Gebruikers hebben veelal een abonnement met onbeperkt internet en betalen voor deze diensten alleen een vaste prijs. Omdat providers geld willen blijven verdienen hebben zij nu de prijzen voor mobiel internet verhoogd. Dit zagen we aankomen...

De uitspraak van VVD snijdt echter geen hout. Weliswaar zijn de prijzen van mobiel internet gestegen doordat de wet netwerkneutraliteit voorschrijft, maar als dat niet was gedaan hadden de gebruikers uiteindelijk alsnog de kosten moeten dragen. Was er geen netwerkneutraliteit, dan zouden providers aparte tarieven kunnen instellen voor het gebruik van Skype en Whatsapp, wat eveneens hogere telefoonrekeningen met zich mee zou brengen. Netwerkneutraliteit of niet, de providers zullen vechten voor het behoud van hun omzet.

zaterdag 6 augustus 2011

Dior 2.55

Dior campaign fall 2011/2012.
























Ik heb me goed georiënteerd op de nieuwe campagnes voor dit najaar. De campagne die het meest mijn aandacht trok was die van Dior. Ik ben geen groot Dior-fan, maar dat model, die tas, dat jasje... Dat leek toch vrij veel op dat merk waar ik wél fan van ben: Chanel!

In eerste instantie deed het model me denken aan Lily Allen, die vorige winter de hoofdrol speelde in de campagnes voor de 'wintertassen' van Chanel. Na even googelen bleek het Marion Cotillard te zijn, de Franse actrice die onder meer speelde in Inception, Nine en Big Fish. 

Het tweed-jasje lijkt me duidelijk: dat is hét kenmerkende Chanel-item. Evenals het 2.55 tasje natuurlijk. Het tasje met de kenmerkende vorm, stiksels, hengsel, en dat in de populairste zwart.

Ik schreef een tijdje geleden een artikel over het namaken van designertassen. Hierin ging ik echter vooral in op de fakebags die je voor een fractie van de prijs koopt bij massaketens of in China. Waren deze tassen echt concurrenten van de echte Chanel 2.55? Ik vond van niet. In ons geval gaat het nu daarentegen om tassen van eenzelfde niveau. Mensen die meer dan duizend euro voor een tas willen neerleggen kopen geen replica op de markt, maar zijn wel gevoelig voor een soortgelijke tas van Dior. Daarom zijn Chanel en Dior concurrenten, en al helemaal nu wat dit tasje betreft. (Overigens heeft Marc Jacobs ook een 2.55-ish tasje in zijn collectie gehad).

Of Chanel iets kan beginnen tegen de tas van Dior, kan worden beoordeeld aan de hand van de criteria voor auteursrecht, merkenrecht,  modellenrecht en/of slaafse nabootsing.

Opmerkelijk vind ik het verder dat Dior-campagnes doorgaans wat kleurrijker zijn (dan Chanel), en nu is gekozen voor overwegend zwart/wit, wederom een handelsmerk van Chanel.

Tot slot moet ik ook opkomen voor Yves Saint Laurent: De semi-zijshot in een auto zagen we eerder bij de reclame van Parisienne, een YSL-luchtje waar Kate Moss de show stal.

Wat geheel betreft - de reclame an sich - kan tevens een beroep worden gedaan op slaafse nabootsing, maar wellicht heeft een beroep op misleidende reclame meer kans van slagen. Door de marketing van het product wordt immers verwarring geschapen ten aanzien van het product, het handelsmerk of andere onderscheidende kenmerken van het product. Of de rechter dit daadwerkelijk als misleidend zal zien is nog maar de vraag. Wellicht schept de campagne van Dior alleen verwarring bij modemeisjes. Alhoewel die natuurlijk dé potentiële klanten van grote modehuizen vormen waarop de reclame gericht is...

donderdag 23 juni 2011

Wilders laat rechter in zijn geloof


Illustratie: pluspunt.nl

Wilders heeft vandaag vrijspraak gekregen. Kan onze Limburgse politicus nu zeggen wat-ie wilt? Nee. De rechter heeft een duidelijk kader geschetst. Zo mag er alleen kritiek worden geuit op het geloof zelf, en niet op de gelovigen. Kunnen wij burgers dat dan ook doen? Nee. Dit kader geldt alleen voor politici in het maatschappelijk debat.

Typisch is dat dit kader al lang bestond. En Wilders wel duidelijk kritiek uitte op gelovigen (en op het geloof zelf). Daarnaast legde hij vergelijkingen met het fascisme, iets dat rechters lang geleden al hebben aangemerkt als extra discriminerend. Zo zei Wilders onder meer:

“Die Marokkaanse jongens zijn gewelddadig. Zij rammen mensen vanwege hun seksuele geaardheid in elkaar. Ik heb nooit geweld gebruikt.”

“En islam is de Koran en niets dan de Koran. En de Koran is het Mein Kampf van een religie die beoogt anderen te elimineren, die die anderen- niet moslims- ongelovige honden noemt, inferieure wezens. Lees de Koran, dat Mein Kampf, nog eens.”

Hoe dan ook, Wilders is blij en zal de rechter vast en zeker wél in zijn geloof laten.

donderdag 16 juni 2011

Censuur staat je duur!


Afbeelding: petities.nl


Smsen. We doen het zoveel dat we er RSI van krijgen. Daarbij kost het handen vol geld, vooral buiten je bundel. Maar plots... ping! De Blackberry was een feit en daarmee ook het gratis sturen van berichtjes naar andere Blackberry-gebruikers. Ook Whatsapp is geliefd, en nu je zelfs Skype kunt gebruiken met je mobiel, lijken we onze telefoonrekeningen te kunnen zien slinken. Het was wachten tot het fout ging, want de grote boze serviceproivders zouden dit toch niet accepteren? En ja hoor, het eerste voorstel dient zich aan: het heffen van toeslagen voor het gebruik van bepaalde diensten. Mag dat?

Bepleit wordt dat diensten als Whatsapp 'inhoud' zijn, en dat daarmee service providers verboden wordt ernaar te kijken. Service providers weten veel van ons, maar zouden niet moeten mogen kijken wat het is dat we doen met onze internetverbinding. Wat de inhoud is van de signalen die we versturen via het net is onze zaak.

Tegenstanders voeren natuurlijk aan dat het soort dienst dat je op je internet gebruikt géén inhoud is. "We kijken toch niet wat je schrijft op Whatsapp?!", dat soort dingen.

De regering wilt nu 'netneutraliteit' vast laten leggen in de wet. En dat is fijn. Netwerkneutraliteit houdt in dat het internet en de grote bazen daarvan niet selectief zijn. Er mag geen censuur plaatsvinden en er mag, tenzij je een toeslag betaalt, geen deel van dat internet worden ontzegd. Met andere woorden: als de netwerkneutraliteit wordt vastgelegd, kunnen de service providers geen toeslagen vragen voor het gebruik van Whatsapp en andere applicaties. Hoera voor Den Haag!

Is de overheid dan toch te vertrouwen? Kunnen service providers dan werkelijk niets doen tegen hun kelderende winsten? Wordt vervolgd, dat is zeker.

donderdag 2 juni 2011

"You want Gucci bag?"

De wenselijkheid van intellectueel eigendomsrechtelijke bescherming tegen namaaktassen


Afbeelding: fashionising.com

Inleiding

Een beetje modekenner herkent in de collecties van H&M, Zara en andere ‘Kalverstraat-winkels’ duidelijk de collecties van de grote modehuizen. Dat huidskleurige colbert lijkt net die van Stella McCartney, die wikkeljurk heeft wel wat weg van een ‘Diane von Furstenbergje’ en zagen we dat bloemetjesprintje niet voorbij komen bij Dolce & Gabbana? Hoewel het namaakgehalte bij kleding nog valt te betwisten, is duidelijk dat de winkelketens zich door de designers lieten inspireren. De crème de la crème van het na-apen is terug te zien in de tassenbranche. Nog meer dan bij kleding wordt er nagemaakt bij designertassen. Zo’n beetje elk merk heeft inmiddels een ‘Chanel 2.55’ in de collectie, beter bekend als een - meestal zwart - schoudertasje met een doorgestikt patroon en een ketting als hengsel. Hoe kan het dat deze producten op de markt kunnen bestaan? Wat kunnen de grote modehuizen beginnen tegen na-apers? En is het wel wenselijk dat bescherming wordt geboden aan grote modehuizen?


In dit artikel wordt de wenselijkheid onderzocht van intellectueel eigendomsrechtelijke bescherming tegen namaaktassen (uitgebreider dan de vorige keer). Eerst zal een onderscheid worden gemaakt tussen verschillende vormen van namaak. Vervolgens zal worden weergegeven welke intellectueel eigendomsrechtelijke bescherming er open staat tegen fake bags. Tot slot wordt gekeken of deze bescherming wel wenselijk is.


Je hebt namaak en je hebt namaak


Dat de ene namaak de andere niet is, kan blijken uit het materiaal en de afwerking van de betreffende tas. Juridisch is het echter interessanter te kijken wat het is dat is nagemaakt. Is dat het logo, de vorm of de print? Om te spreken van namaak in juridische zin is het niet van belang dat de merknaam dan wel het logo daadwerkelijk is overgenomen. Ook een typisch vorm of onderscheidend kenmerk kan een merk zijn. Grofweg zijn er drie types fake bags te onderscheiden:


1 tassen welke claimen van een bepaald merk te zijn door hetzelfde logo te voeren;


2. tassen welke een ander logo voeren; en


3. tassen welke geen logo voeren.


De eerste categorie lijkt wellicht het makkelijkst om aan te pakken, maar gezien het bovengenoemde maakt dit wettelijk geen verschil. Alle vormen van namaak kunnen op grond van art. 2:20 Benelux Verdrag intellectuele eigendom (hierna: BVIE) worden aangepakt, indien zij een overeenstemmend teken voeren die de waren een onderneming onderscheiden. Met andere woorden: tegen een merkloze tas die de typische ‘2.55-kenmerken’ heeft zou Chanel zeker kunnen optreden.


In China en omstreken is men een kei in het namaken van tassen. Naast het gebruiken van echt leer en kleine details veranderen de namakers vaak één letter aan het woordmerk van de oorspronkelijke merkhouder. ‘Chanel’ wordt ‘Channel’ of ‘Calvin Klein’ wordt ‘Cavlin Klien’. Ook wordt soms een letter uit het label geknipt. Dit tevergeefs, omdat hierbij nog steeds bij het publiek verwarring ontstaat, inhoudende het gevaar van associatie met het merk (vlg. art. 2:20 lid 1 sub b BVIE).


Juridische bescherming


Merkenrecht


De hiervoor genoemde bescherming kan de merkhouder toekomen op grond van het merkenrecht. Als merken kunnen onder andere worden beschouwd benamingen, letters, cijfers, vormen en alle andere voor grafische voorstelling vatbare tekens die dienen om de waren van een onderneming te onderscheiden (vlg. art. 2.1 BVIE). Het onderscheidend vermogen moet worden beoordeeld op het moment dat de merkhouder zich op bescherming beroept.[1] Vereist is dat het merk is ingeschreven en – indien nodig – verlengd. Mits het merk onderscheidend vermogen behoudt is de beschermingsduur van een merk middels verlengingen oneindig (vlg. art. 2.9 BVIE).


Auteursrecht


Het auteursrecht beschermt werken op het gebied van letterkunde, wetenschap of kunst. Een tas kan zo een werk zijn, indien die een ‘eigen, oorspronkelijk karakter’ bezit en het ‘persoonlijk stempel van de maker’ draagt.[2] Het eerste criterium vereist dat het werk nieuw was toen het ontstond. Het tweede criterium ziet erop “dat er sprake moet zijn van een vorm die resultaat is van scheppende menselijke arbeid en dus creatieve keuzes, en die aldus voortbrengsel is van de menselijke geest”.[3] Indien een tas wordt nagemaakt, maar daarbij enkele dingen worden veranderd, kan er sprake zijn van andere keuzes. Hiermee kan een wederom een nieuw werk zijn ontstaan (vlg. art. 10 lid 2 Auteurswet). De namaker zal echter vaak proberen de replica zo veel mogelijk hetzelfde te maken als het oorspronkelijke werk. In dat geval lijkt bescherming op grond van het auteursrecht makkelijk in te roepen.


Bescherming op grond van de Auteurswet kan worden ingeroepen tot 70 jaar na het overlijden van de maker van het werk (vlg. art. 37 Auteurswet).


Modellenrecht

Het model van een tas kan worden beschermd voor zover het model nieuw is en een eigen karakter heeft (vlg. art. 3.1 BVIE). Een model is niet nieuw indien de kenmerken ervan slechts in onbelangrijke details verschillen ten opzichte van het reeds bestaande model. Een model wordt geacht een eigen karakter te hebben, indien de algemene indruk die dit model bij de geïnformeerde gebruiker wekt, verschilt van de algemene indruk die bij de gebruiker wordt gewekt door modellen die voor het publiek beschikbaar zijn gesteld voor de datum van depot (vlg. art. 3.3 BVIE). Een modelrecht heeft een maximale geldigheidsduur van 25 jaar (vlg. art. 3.14 BVIE).


Octrooirecht


Hoewel het minder voor de hand ligt dan voorgaande IE-rechten, kan ook het octrooirecht een uitkomst bieden. Vatbaar voor octrooi zijn uitvindingen op alle gebieden van de technologie die nieuw zijn, op uitvinderswerkzaamheid berusten en toegepast kunnen worden op het gebied van de nijverheid (vlg. art. 2 Rijksoctrooiwet). Te denken valt hierbij bijvoorbeeld aan een technische sluiting van een tas. Het octrooirecht geldt maximaal twintig jaar (vlg art. 36 lid 6 Rijksoctrooiwet).


N.B. Om internationaal bescherming te genieten, bijvoorbeeld tegen de namaak-handel in China, zullen (Europese) designers verder moeten hebben gekeken dan bovenstaande regelgeving. Merkenrechtelijk is er een internationaal merk aan te vragen middels de Schikking van Madrid. Ten aanzien van het auteursrecht, het modellenrecht en het octrooirecht gelden respectievelijk de Berner Conventie, de Overeenkomst van ’s-Gravenhage en de Patent Cooperation Treaty.

Valkuilen

Geen bescherming (meer)


Het aanschaffen van een Hermès Birkin-bag van 10.000 euro mag dan vrij bijzonder zijn; de tas an sich is dat niet bepaald. Weinig tierlantijn en een weinig afwijkende vorm. De meest gewilde tas op aarde is gewoon rechthoekig en lijkt eigenlijk best veel op de Bayswater van Mulberry. En laat een tas die niet onderscheidend (meer) is, niet nieuw en origineel is, en geen andere totaalindruk wekt dan reeds voor het publiek beschikbaar gestelde tassen, nou niet (meer) voor IE-rechtelijke bescherming in aanmerking komen.


Daarbij komt ook dat de tassen die het meest nagemaakt worden klassieke tassen zijn. Ik noem een Chanel 2.55 en een (alweer) Hermès Birkin. Mocht eerstgenoemde al IE-bescherming zijn toegekomen, dan is het de vraag of zij nu nog beschermd wordt. De Chanel 2.55 stamt uit 1955. Enige model- of octrooirechtelijke bescherming zou reeds zijn vervallen. Het merkenrecht zou een uitkomst kunnen bieden, indien de Chanel 2.55 nog steeds onderscheidend vermogen toekomt. Met de talloze replica’s in omloop, is dat nog maar de vraag. Het vangnet zou hem in het auteursrecht kunnen zitten. Nu dit recht bescherming biedt tot 70 jaar na de dood van de maker, zou de Chanel 2.55 hiermee gered kunnen worden. Coco Chanel overleed immers in 1971. Een eventueel auteursrecht zal pas in 2041 aflopen.

Hermès zit in hetzelfde schuitje. Nu de eerste Birkin-bag in 1984 werd gemaakt, gebaseerd op een model uit 1982, is enig model- dan wel octrooirecht reeds komen te vervallen. De vraag is hier wederom of de tas auteursrechtelijke bescherming toekomt en/of de Birkin nog steeds onderscheidend vermogen bezit. Beschermen is zo makkelijk nog niet.

Slaafse nabootsing
Indien tassen niet (meer) beschermd kunnen worden tegen namaak op grond van enig IE-recht,
is het de vraag of nog een beroep kan worden gedaan op slaafse nabootsing. Slaafse nabootsing is
een vorm van ongeoorloofde mededinging, gebaseerd op de onrechtmatige daad (vlg. art. 6:162
BW). Voorwaarde voor slaafse nabootsing is dat het nagebootste product eerder was en een
onderscheidend karakter bezit. Ook mag de replica geen nodeloos verwarringsgevaar wekken.
Verwarringsgevaar is nodeloos indien er zonder afbreuk te doen aan de deugdelijkheid en
bruikbaarheid een andere vorm kon worden gekozen.[4] Slaafse nabootsing biedt een
soortgelijke bescherming als de intellectuele eigendomsrechten. Echter, wanneer die laatste
bescherming niet meer opgaat, komt het nagebootste product op grond van de negatieve
reflexwerking vaak ook geen vervangende bescherming meer toe.[5] Negatieve reflexwerking
houdt in dat indien geen ie-bescherming kan worden ingeroepen, dat vaak met zich meebrengt
dat een beroep op slaafse nabootsing ook geen kans van slagen heeft. Slaafse nabootsing kan een
bescherming bieden die soortgelijk is als die op grond van de ie-rechten. Hiermee wordt beoogd
geen eindeloos monopolie te verlenen.[6]
Uitputting

Uitputting houdt in dat wanneer een product eenmaal met toestemming van de gerechtigde op de markt is gebracht, deze vrijelijk verder kan worden verhandeld. Indien dat dus in Turkije is gebeurd, kan er na import in Nederland meer weinig tegen gedaan worden. Nationale uitputtingsregels zijn namelijk ook in buitenland toepasbaar.[7]


Solving the problem?


Is het wenselijk om aan designers intellectueel eigendomsrechtelijke bescherming te verlenen tegen namaaktassen? Naar mijn mening zijn designers en ‘namakers’ geen concurrenten. Een potentiële koper van een Chanel 2.55 verandert echt niet van mening door het zien van een replica voor een fractie van de prijs. Wie een designerstas wilt, koopt simpelweg een designertas. Intellectueel eigendom vormt een uitzondering op de vrije mededinging.[8] Moet de markt in dit geval niet weer worden opengegooid, nu de concurrentie niet in het geding is? Echter, de talloze fake bags tasten wel de exclusiviteit van een designertas aan. En laat dit tegengaan nu juist ook de ratio van het intellectuele eigendomsrecht zijn.[9]


Conclusie


Dat designers worden nageaapt is een feit. De grootste namaakmarkt richt zich op tassen. Hoe kan het dat deze fake bags kunnen bestaan? Kunnen designers zich hier tegen beschermen?


Er zijn verschillende juridische beschermingsmogelijkheden. Indien het merk van de merkhouder wordt gebruikt kan het merkenrecht een uitkomst bieden. De vormgeving kan worden beschermd door middel van het modellenrecht. Is de na te maken tas een werk in de zin van de Auteurswet, dan kan bescherming worden ingeroepen op grond van het auteursrecht. Uitvindingen om en aan een designertas kunnen worden beschermd door het octrooirecht.


Veel designertassen zijn echter niet onderscheidend, nieuw, origineel en wekken geen andere totaalindruk dan reeds voor het publiek beschikbaar gestelde tassen. Deze tassen kunnen niet IE-rechtelijk worden beschermd. Klassieke tassen als de Chanel 2.55 en de Hermès Birkin komt nog maar beperkte bescherming toe, nu een model- en octrooirecht slechts maximaal vijfentwintig respectievelijk twintig jaar voortduurt. Een beroep op slaafse nabootsing heeft in beide gevallen nog weinig kans van slagen, doordat het gebrek aan IE-rechtelijke bescherming voor een negatieve reflexwerking zorgt.


Ook worden veel fake bags geïmporteerd uit het buitenland. Dit brengt met zich mee dat de IE-rechten die (nog) gelden worden uitgeput. Met andere woorden: doordat de tas eenmaal rechtmatig op de markt is gebracht, kan deze daarna vrijelijk worden verhandeld.


Echter, is het wel wenselijk dat designers bescherming zouden kunnen inroepen tegen namaaktassen? Moet de vrije markt in dit geval weer worden geopend? Mensen die 10.000 euro willen neertellen voor een Birkin-bag, zullen niet snel op de markt een namaakexemplaar van vijf euro kopen. Designers en namakers lijken geen concurrenten te zijn. De vele replica’s tasten daarentegen wel de exclusiviteit van de designertassen aan. Hoe dit probleem nu opgelost wordt? Wie het weet mag het zeggen! Tot ik een succesvol advocaat ben hoop ik het in ieder geval nog even met mijn Birkin uit Hong Kong te kunnen doen.









[1] BenGH 19 december 1997, BIE 1998, 227 (Beaphar/Nederma).



[2] HR 4 januari 1991, NJ 1991, 608 (Van Dale/Romme).



[3] HR 30 mei 2008, NJ 2008, 311, LJN BC5012 (Endstra-tapes).



[4] HR 26 juni 1953, NJ 1954, 90 (Hijskraan).



[5] HR 27 juni 1986, NJ 1987, 191 (Holland Nautic/Decca).



[6] HR 20 november 2009, LJN: BJ6999, BIE 2010/1 (Lego/Mega Brands).



[7] HvJEG 16 juli 1998, zaak C-355/96 (Silhouette/Hartlauer).



[8] Van Engelen, Prestatiebescherming en ongeschreven intellectueeleigendomsrechten, Zwolle 1994, p. 167.



[9] Ch. Chielen e.a., Kort begrip van het intellectuele eigendomsrecht, Deventer: Kluwer 2007, p. 3.



woensdag 1 juni 2011

Hong Kong is the most dynamic city in the world, the place to be for lawyers en ligt niet in China

Wat je leert op studiereis



In april reisde uw hoofdredacteur af naar Hong Kong, wat de bestemming was van de jaarlijkse JFAS studiereis voor master-studenten[1]. Het thema: intellectueel eigendom. En wat zou daarvoor een beter land zijn geweest dan China? Fout! Hong Kong is een speciale bestuurlijke regio van de volksrepubliek China en heeft een eigen rechtssysteem. De metropool heeft meer dan zeven miljoen inwoners, terwijl het slechts de afmetingen heeft van de provincie Utrecht.

Het oorspronkelijk Chinese Hong Kong werd in 1842 ingepikt door de Britten. Pas in 1997 gaven zij Hong Kong terug. Tot vijftig jaar hierna is echter de Britse wet nog van kracht. Dit betekent dat tot het jaar 2047 een common law systeem geldt.

In Hong Kong heerst een duidelijke Rule of Law, wat wil zeggen dat de macht van de staat wordt gereguleerd en beperkt door de wet. De wet is heilig, niets mag, alles moet. Op stranden mogen geen sigaretten worden gerookt en balspellen worden gespeeld. In parken mag daarnaast ook niet op bankjes worden gelegen. In Hong Kong (en wellicht nog meer in China) lijkt men niet echt te genieten van het leven. Enfin, de Rule of Law en het lage belastingtarief maken dat Hong Kong de ideale handelsplek is. Hong Kong heeft een gunstig klimaat voor (Britse) expats, die zich makkelijk kunnen vestigen, het recht kunnen beoefenen en dus weinig hoeven af te staan. Het geld stroomt binnen, maar niet voor iedereen. Nu Hong Kong maar klein is en steeds duurder wordt, vindt de ‘echte’ arbeid plaats in China. De arme Chinezen zijn maar wat blij. Hong Kong en China hebben verschillende verdragen gesloten die dit ‘vrije verkeer’ mogelijk maken. De grondstoffen, die inmiddels opraken in China, worden op hun beurt weer geïmporteerd uit laagbevolkte landen als Australië en Mongolië.

Hong Kong en Intellectueel Eigendom

Hong Kong is dé plek van luxury goods. De inwoners zijn zeer merkbewust en zelfs onder een crappy hostel bevindt zich een winkel van een Europese kledingdesigner. Prada heeft hier haar grootste afnamemarkt. Ze heeft dan ook besloten de beurs op te gaan in Hong Kong. Naast een grote luxury goods-market staat Hong Kong ook vooral bekend om haar grote namaak-markt. Talloze ‘merkartikelen’ worden hier verkocht op straat en in winkels. Wie geen echte Gucci-bag kan betalen loopt met een (goed) namaakexemplaar.

De vraag die rijst is hoe dit mogelijk is, terwijl Hong Kong zo een grote Rule of Law claimt te hebben. Het komt erop neer dat handhaving een heel ander verhaal is dan de wet an sich. Een streng (intellectueel eigendom)recht betekent niet gelijk een strikte handhaving. Bovendien is het voor designers vaak de moeite niet om handhavend op te treden tegen de fake-bags. Er zou hiervoor in het geval van Prada een vertegenwoordiger uit Italië moeten worden ingevlogen. Ook is het zinloos elk marktvrouwtje aan te spreken; je moet de bron aanpakken. En laat die nu moeilijker te vinden zijn, daar deze niet openlijk op de Ladies Market (bekende markt in Hong Kong, red.) te vinden is.

Hong Kong en de toekomst

Dat Hong Kong hot and happening is moge duidelijk zijn. Buitenlandse bedrijven zijn in mainland China niet gerechtigd het nationale recht te beoefenen. In Hong Kong mag dat wel. De in Hong Kong gevestigde buitenlanders begeleiden hier bij internationaal recht en/of cross-boarder deals of hebben een ‘Dutch -‘ of ‘English desk’. In China heerst bovendien niet zo een Rule of Law. Volgens advocatenkantoren Clifford Change en DLA Piper zijn deze argumenten, plus het lage belastingtarief, de redenen waarom Hong Kong groeit en groeit. En zij niet alleen. Menig instantie, zoals het Nederlands Consulaat in Hong Kong, liet weten dat de economie aan het verschuiven is van west naar oost. Over vijftig jaar zullen niet Europa en Amerika, maar China en India de grootste economie hebben. Ook Brazilië, Argentinië en Indonesië zijn up and coming. Maar, alles is relatief. Groei is relatief. Wie eerst niets had en nu een beetje heeft een grote groei; niet meteen de wereld de in de zak. Wel hebben zulke opkomende landen vaak veel winst, een hoop arbeidskrachten en lage lonen.

Interessant dat net een wetenschapper een ander verhaal vertelde. Volgens Danny Friedmann van The Chinese University of Hong Kong is het niet Hong Kong, maar Shanghai welke dé handelsplek van China zal worden. Shanghai ligt dichter bij de politieke hoofdstad Beijing, waar zich alle instanties bevinden die nodig zijn voor toestemming bij bepaalde deals, en is bovendien Chinees. Shanghai heeft hierdoor betere banden met ‘mainland’ China dan Hong Kong. Daarnaast is Hong Kong relatief klein in haar oppervlakte: vroeg of laat bereikt zij haar max. Momenteel groeien Hong Kong en Shanghai naast elkaar richting de top. Hong Kong gespecialiseerd in banken en dienstverlening, Shanghai op het gebied van productie en technologie.

Ook voelt Hong Kong de hete adem van Shenzhen in de nek, de ‘zusterstad’ van Hong Kong net over de grens in China. Shenzhen groeide de afgelopen twintig jaar uit van een klein tot een metropool met 9 miljoen inwoners.

Het is de vraag waar Hong Kong staat over een kleine veertig jaar, als niet langer het aantrekkelijke Britse systeem geldt, maar de wetten van het communistische China. Is Shenzhen tegen die tijd het nieuwe Hong Kong? Wordt toch Shanghai dé handelsplek? En verschuift de economie daadwerkelijk naar het oosten? Hoe realistisch is het om optimistisch te zijn? Zal de Hong Kongse droom binnenkort uit elkaar spatten, net als de zeepbel van Dubai? Had ik dat nu toch maar aan die Chinese waarzegster gevraagd...


[1] Alle informatie komt uit de colleges van The Department of Intellectual Property, Het Nederlands Consulaat in Hong Kong, Clifford Change, DLA Piper en The Chinese University of Hong Kong tijdens deze studiereis.


dinsdag 31 mei 2011

Cookie van eigen deeg


Afbeelding: ferhatremory.be

Worden jullie ook gestalkt door Zalando? Waar je ook bent of kijkt, it's everywhere! Op tv, op het net. Je wordt gespamd waar je bij staat. In de online advertenties van Zalando staan altijd nét de Allstars/het leren shortje/de sandalen waar ik die week naar zocht op het web. Toeval? No way! Cookies zijn de boosdoeners.

Cookies zijn kleine smiechten op je computer die opslaan wat je doet en waar je bent geweest. Digitaal dus. Ook Google heeft daar een handje van, dus bezint eer ge aan een Gmail-account begint. Overigens vindt opslag ook al plaats bij een ordinaire zoekactie.

Of Zalando de cookies zelf plaatst of een dealtje heeft met bepaalde website (Google?) weet ik niet. Slim is het wel. Met behulp van cookies kan er steeds directer gemarketingd worden. Rechtmatig? Dat is de vraag.

Duidelijk is dat het plaatsen van cookies niet is toegestaan zonder toestemming van de gebruiker. Maar kan van toestemming worden gesproken als je 'cookies aan hebt staan' in je online instellingen?

Maar alvorens je aan de vraag toekomt of toestemming is gegeven, moet worden gekeken of er wel sprake is van een persoonsgegeven. Immers, alleen zonder toestemming verwerken van een dergelijk gegeven kan onrechtmatig zijn. Een persoonsgegeven is elk gegeven betreffende een geidentificeerde of identificeerbare persoon. Kan daarvan in ons geval worden gesproken? Zalando 'ziet' dat ik zoek naar 'Tropeziennes sandalen' en onthoudt dit. Vervolgens wordt in een advertentie van Zalando het bewuste shoeisel getoond. Maar weet Zalando dat ik het ben? Suzanne van Duijn? Een IP-adres is immers geen persoon.

In combinatie met andere dingen kan echter wel sprake zijn van een persoonsgegeven. Niet alleen weten cookies meer over mij dan mijn gezochte kledingstukken, ook kan door een internet service proviver aan een IP-adres een gebruiker worden gekoppeld.

Enfin, Zalando weet nu dat ik regelmatig naar sandalen zoek. De schoft. Gisteren heb ik mijn gewenste juweeltjes eindelijk besteld, alleen dan bij Spartoo in plaats van Zalando. Een cookie van eigen deeg kan-ie krijgen!

woensdag 27 april 2011

sTomsTom


Afbeelding: mobilyz.com

TomTom's onthouden alles wat je doet; rijgedrag en verkeersgegevens worden opgeslagen in het navigatiesysteem. Wanneer gebruikers hun TomTom aansluiten op de computer, om deze een update te geven bijvoorbeeld, wordt gevraagd of de gegevens gebruikt mogen worden 'om de producten van TomTom te verbeteren'. De leken weten niet beter en klikken 'ja'. Vervolgens worden de data door TomTom via een tussenbedrijf doorverkocht aan de politie. De politie gebruikt nu deze gegevens om plekken voor snelheidscontroles te bepalen en locaties voor flitspalen te kiezen. The bastards! Of is dat TomTom?

Duidelijk een gevalletje verwerking van persoonsgegevens als het om gegevens gaat betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare persoon. Met andere woorden: indien er een naam en/of adres bij staat zou het wel eens foute boel kunnen zijn.

Wanneer echter geen sprake is van een identificeerbare persoon: waarom staat iedereen dan weer op zijn achterste poten? Privacy is dead. Get over it. Dat is wat Scott McNealy ooit zei. Is dat zo of kunnen we ons hier tegen verzetten?

Wat hier gebeurt is het verzamelen van gegevens door TomTom voor commercieel gebruik. Weliswaar heeft de 'ja'-klikker toestemming gegeven voor het werken van zijn gegevens, maar ziet deze toestemming ook op het doorverkopen aan de politie? Ik denk het niet.

Toch moeten we ook de advocaat van de duivel even spreken. De politie dient het belang van de criminaliteitsbestrijding. Snelheidscontroles en flitspalen dragen hier hun steentje bij. In het geval van aftappen weegt dit belang vaak zwaarder dan het privacy-aspect. Kun je dit gelijkstellen?

Een laatste opmerking moet worden gemaakt over het nemo tenetur-beginsel. Je hoeft niet mee te werken aan je eigen vervolging. Dat doe je min of meer wel als je TomTom toestemming geeft je verkeersgegevens te gebruiken c.q. door te verkopen aan de politie. Alleen dat laatste wist je niet. Het lijkt me dat duidelijker gemaakt moet worden dat dit gebeurt wanneer je op 'ja' klikt. Want als het zo door gaat ontvangen we zo nog onze snelheidsboetes via TomTom.

Bron: NU.nl